Tijdens mijn gehele studie had ik al interesse in de vraagstukken rondom ouder worden. Dat is de reden dat ik koos voor een stage binnen de ouderenzorg, bij Vitalis Wilgenhof. Hier kwam ik in contact met vitale ouderen die zelfstandig wonen in een ouderencomplex. Ik merkte op dat er, naast de fysieke achteruitgang, ook veel grote veranderingen plaats vinden; zoals het overlijden van dierbaren, kleiner gaan wonen en wegvallen van werk en andere bezigheden. Hierdoor wordt de wereld van deze groep letterlijk kleiner en daarmee ook hun maatschappelijke en sociale rol binnen de maatschappij.
Het algemene beeld van ouderen wordt sterk bepaald door de hulpbehoevende ouderen, terwijl dit in werkelijkheid maar een klein deel van de groep is. Oud worden wordt vaker geassocieerd met verval, afhankelijkheid en incompetentie dan met wijs en warm. Dit negatieve beeld houdt een bepaald systeem in stand dat we hebben in Nederland. Ouderen gaan in een ouderencomplex wonen omdat familie niet voor ze kan zorgen of omdat de ouderen zelf niet afhankelijk willen zijn van familie. Door de verhuizing naar een ouderencomplex, wordt de maatschappelijke en sociale rol van ouderen grotendeels weggenomen. Soms lijkt het wel alsof ze dan weggezet zijn uit de maatschappij en er weinig verbinding met het leven buiten het complex over blijft. Men gaat ervanuit dat dingen als wensen of talentontwikkeling niet horen bij deze laatste levensfase. De aftakeling wordt gezien als zo’n groot element, waardoor vooral gedacht wordt in beperkingen en niet in oplossingen.
Omdat de groep ouderen steeds groter wordt zullen we als maatschappij ons steeds meer moeten aanpassen aan deze verandering in de bevolkingssamenstelling. De ogen van de hele maatschappij moeten geopend worden om als collectief zorg te dragen voor de groeiende groep in de oudere generatie. Ouderen niet meer vergeten en wegzetten maar ze een onderdeel uit laten uitmaken van ons dagelijks leven.
We focussen ons te veel op de vergrijzing en de negatieve lading die ouder worden met zich meebrengt. Laten we ouderen eens anders benaderen. Niet meer als afhankelijk en kwetsbaar, maar als mensen met wensen en dromen. Tijdens mijn gesprekken met ouderen hoor ik vaak ‘Nee dat kan ik niet meer hoor’. Ik hoor vaak dat mensen graag nog een keer iets willen doen, maar er bijvoorbaat vanuit gaan dat dit nooit meer zal lukken. Doordat ouderen op een bepaalde manier gezien en benaderd worden, gaan ze zichzelf hier ook naar gedragen.
In ongedacht verlangen staan tijd en aandacht centraal. Ik ben met ouderen in gesprek gegaan over hun toekomst en de wensen die zij nog hebben. Het gesprek opende ik met mijn ‘gesprekssnoepjes’, vragen over mooie momenten uit het verleden. We spraken verder over gedachten en emoties die bij de herinnering horen. De laatste vraag die ik stelde was: Wil je het nog een keer meemaken in de toekomst? Tijdens de gesprekken merkte ik dat er wel verlangens zijn, maar dat realisatie hiervan niet als mogelijk wordt gezien. Vaak zijn de grootste verlangens iets heel simpels zoals nog een keer een appeltaart bakken, piano spelen of nog een keer terug naar hun oude boerderij. Het is mooi om de reacties te zien wanneer ik de mogelijkheid bied om hun wens te realiseren. De verwonderlijke reactie tijdens het uitvoeren van de wens heb ik gedocumenteerd om anderen te inspireren om ouderen anders te benaderen, met meer aandacht en tijd. Ik wil laten zien hoe eenvoudig het kan zijn om ongedachte verlangens te realiseren door simpelweg samen tijd te spenderen.